Op speeddate! Met Theodoros Iliopoulos
De energietransitie is cruciaal al tal van redenen. Ze helpt de klimaatverandering beperken, zorgt voor energiezekerheid, geopolitieke veiligheid en een robuuste economie. Maar ze vraagt om een gemeenschappelijke aanpak. Hoe kan de Europese Unie voor eenheid en duidelijkheid zorgen in haar lappendeken van lidstaten? Theodoros Iliopoulos slaat er het wetboek op na.
Wat heeft Europa nodig om de klimaatverandering tegen te gaan?
“De gemene deler op alle vlakken, van transport over industrie tot verwarming, is decarbonisatie. We moeten afstappen van fossiele brandstoffen en een duurzame energietransitie waarmaken op een manier die rechtvaardig is voor iedereen. Daarvoor is in de eerste plaats politieke wil nodig, maar ook overeenstemming en samenwerking tussen alle betrokken partijen. Alleen dan zullen burgers de nodige inspanningen en maatregelen ondersteunen.”
Wat houdt ons tegen? We hebben tenslotte dringend meer groene stroom nodig.
“Hernieuwbare-energieprojecten vragen grote investeringen, vooral wanneer het gaat om de meest veelbelovende en innovatieve technologieën, zoals hybride projecten die tegelijk wind- en zonne-energie gebruiken. De huidige financiële en geopolitieke onzekerheden zijn een stevige belemmering, omdat ze investeringen ontmoedigen. We hebben dus een duidelijk wettelijk en regelgevend kader nodig dat de toegang tot kapitaal vergemakkelijkt, investeerders stabiliteit en zekerheid biedt, en de overheid voldoende flexibiliteit laat om het algemeen belang te dienen. Zo’n kader voorkomt ook dat buitensporige kosten worden doorgerekend aan consumenten.”
Maken we al wat vorderingen naar zo’n Europees kader voor investeringen in hernieuwbare energie?
“Er is aanzienlijke vooruitgang geboekt. De EU ontwikkelt geleidelijk aan regels voor de ondersteunende financiering van hernieuwbare energie. Dat vergroot de homogeniteit tussen nationale instrumenten en stimuleert grensoverschrijdende samenwerking. Het zorgt ervoor dat lidstaten de lat hoger leggen en keuzes maken gebaseerd op elkaars best practices en lessen uit het verleden. Bovendien is er nu een EU-mechanisme om hernieuwbare energie te financieren. Dat geeft gastlanden toegang tot publieke en private middelen uit heel Europa. Het mechanisme is al twee keer gebruikt, toen Luxemburg investeerde in wind- en zonne-energieprojecten in Estland en Finland. Het zijn de eerste stappen van een veelbelovend instrument dat, verwachten we, alleen nog zal groeien.”
Wat is de rol van milieu- en energierecht in dit alles?
“Energierecht speelt een sleutelrol. Het beschrijft in grote lijnen de regels en voorwaarden die de energietransitie mogelijk maken. Andere rechtsgebieden, zoals milieurecht, blijven natuurlijk relevant. Niet alleen omdat de energietransitie gekoppeld is aan klimaat- en milieudoelstellingen, maar ook omdat milieuoverwegingen helpen bepalen binnen welk kader de energietransitie plaatsvindt. De EU wil bijvoorbeeld de administratieve lasten voor potentiële investeerders verlichten, maar dat is een delicate evenwichtsoefening. Je wilt bijvoorbeeld niet een vergunningsproces vereenvoudigen als dat ten koste van milieubescherming gaat.”
Welke voordelen levert jouw onderzoek op voor de gewone burger?
“Meer energie uit schone technologieën tegen een lagere prijs, dankzij gestructureerde Europese samenwerking en minder complexe regels. Op basis van mijn onderzoek doe ik aanbevelingen voor een Europees wettelijk kader voor de ondersteunende financiering van hernieuwbare-energieprojecten. Het doel is om de juiste mate van homogeniteit te bereiken zonder de markt te verstoren, het milieu te schaden en de energiezekerheid en -betaalbaarheid in gevaar te brengen. Met één ultiem doel: een soepele, stabiele en rendabele energietransitie die niemand achterlaat.”
Theodoros is gastdocent aan de Faculteit Rechten van de Universiteit Hasselt. Hij onderzoekt hoe milieu- en energierecht kunnen bijdragen aan de energietransitie. Onze cameraploeg mocht hem een dag lang volgen.
Theodoros’ onderzoek in een notendop
“Mijn onderzoeksproject heet ‘Quo vadis, Europees recht ter ondersteuning van hernieuwbare energie?’. Het heeft vier doelen: de rol van de EU op dat gebied verduidelijken, de beginselen identificeren en begrijpen die het vakgebied beheersen, het beperkte corpus van regels rond steunmaatregelen in het secundaire EU-recht kritisch evalueren, en het nut onderzoeken van nieuwe supranationale steunmaatregelen.
Behalve op wetenschappelijke literatuur steunt mijn onderzoek op diverse bronnen: nieuwe wetgeving, nieuwe soft law met niet-bindende voorwaarden, beleidsdocumenten, rechterlijke uitspraken en beslissingen van verschillende autoriteiten.”
“Het boeiende aan dit project is dat het een opkomend rechtsgebied behandelt, en dat het tot concrete resultaten en maatschappelijke verandering kan leiden. Tegelijk brengt het tal van disciplines samen: rechten natuurlijk, maar ook economie, politieke wetenschappen, epistemologie, moraalfilosofie enzovoort. Zelfs basiskennis van bijvoorbeeld techniek en technologie is nodig. Dankzij steun van het FWO heb ik me daar de voorbije drie jaar volledig op toegelegd. Het project is nu afgerond, maar ik heb al volop nieuwe vragen voor verder onderzoek.”